Trampelpfad 1989

Zes olifanten en twee boys worden op het speelbord opgesteld (op het vakje met de eigen startkleur). Elke speler beweegt één olifant en probeert als eerste vijf boomstammen te verzamelen en naar zijn eigen thuisdorp terug te brengen.
Wie aan de beurt komt, gooit beide dobbelstenen (elk met de cijfers 0 tot 5). Hij kan nu zijn eigen olifant verplaatsen volgens de som van beide dobbelstenen of volgens de waarde van één van beide. Maar van die som of waarde moet eventueel het aantal boomstammen afgetrokken worden die de olifant op dat moment draagt. Elke olifant kan maximaal vier boomstammen dragen. Hoe zwaarder beladen, hoe trager het dier beweegt. Waarom zou je nu slechts één dobbelsteenworp gebruiken? Heel eenvoudig: je kan dan de andere gebruiken om één van beide boys te verplaatsen. Indien na de verplaatsing van de boy deze staat op veld met een olifant, dan kan je een boomstam opladen. Dat kan je ook doen bij een olifant van een andere speler. Zo vertraag je zijn tempo. Staan twee of meerdere olifanten op hetzelfde vak, dan wordt een boomstam naar keuze overgeladen. Bereikt of overschrijdt een olifant zijn thuisvak op het parcours doorheen het oerwoud, dan mag je alle boomstammen afladen. Wie het eerst zijn vijfde boomstam verzamelt, wint het spel.
Alhoewel de doos een startleeftijd van 5 jaar opgeeft, bekoorde dit spel ook tijdens een partij met volwassenen. Het was erg leuk om te merken hoe zorgvuldig iedereen zijn zet plant, rekening houdend met elke mogelijkheid die 1 of 2 dobbelstenen bieden. Ik denk zelfs dat je dit spel nog iets kan vereenvoudigen om te gebruiken in een eerste leerjaar. Tellen tot 10, eventueel tot max. 4 aftrekken, kiezen uit drie mogelijkheden die twee dobbelstenen geven, zorgvuldig het aantal te lopen vakjes op het parcours inschatten. Dit zijn allemaal vaardigheden die heel interessant zijn om door zesjarigen toegepast te zien worden. Ja, deze oudere doos gevonden op de beroemde vlooienmarkt van de beurs in Essen heeft iets.