Bron: Spellenlab
Het speelbord toont een grote cirkel verdeeld in 6 grote sectoren. In elke sector zijn 9 ‘mijnen’ voorzien waarop totempalen en schijfjes kunnen worden geplaatst.
Bij aanvang beschikt elke speler over een set van 3 totempalen in een eigen kleur. Met deze palen proberen alle spelers zoveel mogelijk stukken van de grote zilverschat te bemachtigen. Dit wordt gedaan door schijven en totempalen op de mijnen van het speelbord te plaatsen. De waarde van elke sector verandert naarmate het spel vordert zodat het moment waarop je een mijn claimt heel belangrijk wordt.
In een grote linnen zak zitten 72 schijven. Wie aan de beurt komt, neemt blind één zo’n schijfje uit de zak. Staat op het schijfje het symbool van een mijn dan moet je dit schijfje op de juiste sector van het speelbord plaatsen. Vervolgens moet je beslissen of je nu reeds één van je drie totempalen op dat schijfje plaatst om aandeelhouder van die mijn te worden. Het is echt nu of nooit. Niemand kan later een totempaal op een onbezet schijfje plaatsen. Als het schijfje uit de zak zilverstukken toont (waarde 0-1-2-3-5), kies je een plaats op het speelbord uit om het zilverstuk te plaatsen. Elke sector biedt plaatst aan maximaal 5 zilverstukken.
Het spel eindigt als alle mijnplaatsen bezet zijn. Elke speler die een totempaal in een sector heeft, ontvangt de hoeveelheid zilver in die mijn. Heb je er twee totempalen staan, dan scoor je vanzelfsprekend dubbel.
Doordat je over slechts drie totempalen beschikt, wordt het moment waarop je die in een bepaalde sector plaatst heel belangrijk. Plaats je die te vroeg dan kunnen de andere spelers er minder waardevolle zilverstukken plaatsen. Wacht je iets te lang dan zijn de plaatsen reeds bezet door totempalen bij de medespelers. Je hebt geen controle op het spel. Elke speler moet immers steeds één schijfje uit de zak nemen en afwachten wat daarmee kan gedaan worden. Het spel zou beduidend spannender kunnen gemaakt worden door elke speler steeds over b.v. drie schijfjes te laten beschikken waardoor de keuzemogelijkheden veel interessanter worden.
Reiner Knizia heeft hier niet zijn beste idee uitgewerkt. het spelsysteem komt heel stroef over en past helemaal niet bij het thema dat gesuggereerd wordt in de inleiding van het spelregelboekje. Wapi zou zou een oud indiaans woord zijn voor ‘de gelukkige’ en moet ooit door de Cree-indianen als totempalenspel gespeeld zijn. Bij ons komt dit thema helemaal niet over.