Große Fische Kleine Fische (Grote vissen - kleine vissen) 2002

Land van oorsprong:
Beschikbare talen:
Richtprijs:
€ 23
Bron:

Omschrijving

Bron: Spellenlab
Het speelbord stelt een grote vijver voor. Op elk vakje wordt blind één van de 48 kaartjes gelegd. Deze kaartjes tonen op de rugzijde vissen (met 0 tot 3 rode stippen), waterlelies (met 1 tot 6 bloemen) en allerlei rommel (kookpot, fles, blik, enz. - eveneens met 1 tot 3 rode stippen). Elke speler plaatst zijn grote houten visser op één van de startvelden in de hoeken van de vijver.
Wie aan de beurt komt, dobbelt en gaat in een rechte lijn in een richting naar keuze evenveel velden vooruit over de vijver (de vissers hebben goede laarzen aan...). Voordat een speler zijn speelfiguur op het veld zet waarop hij zal eindigen, mag hij het daaropliggende kaartje omdraaien.
Als dit een grote vis is (1, 2 of 3 rode punten), dan krijgt de speler het kaartje. Blijkt dit echter een kleine vis te zijn (zonder rode stip) dan blijft dit kaartje open liggen (want kleine vissen worden terug gegooid...).
Pakt de speler rommel (ook met 1 tot 3 rode stippen) dan moet de speler dit voorwerp ook bij zich nemen. Als een kaartje met waterlelies omgedraaid wordt, dan blijft dit ook openliggen, maar de speler mag vanaf deze plek nog eens verder stappen en wel maximaal evenveel velden als er bloemen op het kaartje staan getekend.
Op deze wijze komen steeds meer open plaatsen op het speelveld en kunnen andere juist weer interessant worden om op te eindigen. De spelers vissen allerlei dingen op en hopen vanzelfsprekend op dikke vissen of grote rommel. Eindigt iemand op een plaats waar reeds een andere visser staat, dan krijgt de aankomende visser iets van de speler die er reeds stond (als die tenminste al iets gevangen heeft). Het is dus aangeraden om de opgeviste kaartjes in het geheim te bewaren.
Als op het speelbord enkel nog waterlelies en kleine vissen liggen, eindigt het spel. Nu telt iedereen de punten van zijn grote vissen en van de voorwerpen bij elkaar op. Wie nu de hoogste som heeft, wint het spel.
Ik had verwacht dat de punten op de rommelkaartjes negatief zouden tellen, maar blijkbaar hebben de auteurs bewust gekozen voor een andere aanpak. Als je je kinderen vertelt dat een visser ook moet zorgen voor een propere vijver, kan je dit standpunt best verdedigen. Zo vermijdt je inderdaad moeilijkere rekenmomenten bij de doelgroep (vanaf 4 jaar).
Kinderen die wat beter kunnen plannen dan andere halen meer voordeel uit dit spel. Eindigen op een lelievak geeft je immers de mogelijkheid om nog eens in een bepaalde richting iets op te halen. Dit spel stimuleert deze tactiek en moet dus zeker eens uitgeprobeerd worden (al is het maar om te ontdekken of je kinderen reeds over die gave beschikken...).
De kaartjes zijn stevig ontworpen, de rugzijde zorgt voor een mooi vijveroppervlak en de pionnen zijn groot en stevig. Beslist de moeite waard om eens uit te proberen.
Aantal spelers 2-4 spelers
Speelduur 16' tot 45'
Leeftijdscategorie Kleuters
Moeilijkheidsgraad eenvoudig
Große Fische Kleine Fische (Grote vissen - kleine vissen)