Slakkenrace 2018

Elke speler krijgt verdekt een kaart met zijn 3 winnende slakken.

Om de beurt gooit de speler met 2 dobbelstenen:
- 2 keer hetzelfde symbool: je zet de slak met dit symbool op het volgende veld met dit symbool.
- 2 verschillende symbolen: je kiest welke slak je verzet: een slak met één van deze symbolen naar een veld met het andere symbool.
- een veld krijgt het symbool van de slak die erop staat. Een slak kan op een andere slak gezet worden zodat een stapel ontstaat en de onderste slak niet meer mag verzet worden tot zolang de bovenste slak niet verplaatst wordt.
- als geen slak verplaatst kan worden, zet de speler de laatste slak een veld vooruit.
- Als zich op het einde van de weg tussen een slak en het podium geen gepast symbool meer bevindt, bereikt de slak de finish.
Als de drie eerste slakken aangekomen zijn, eindigt het spel. Voor elke slak op jouw wedstrijdkaart, krijg je punten: de slak op de eerste plaatst levert 3 punten op, de slak op de 2de plaats 2 punten en de slak op de 3de plaats 1 punt. De speler met de meeste punten, wint. Bij gelijke stand zijn er meerdere winnaars.