Bron: Spellenlab
Ook in de spellenwereld wordt de euro hier en daar ingevoerd. Zo is deze doos een aanpassing van het vroegere ‘Zakgeldspel’ (1996).
De hoofdbedoeling blijft dezelfde: verzamel geld om een nieuwe fiets te kopen. Om te winnen, moet je uiteindelijk aan drie voorwaarden voldoen. Ten eerste moet er 10 euro op de eigen bankrekening staan. Op regelmatige tijdstippen krijgt elke speler de mogelijkheid om zijn gespaarde bedrag te verhogen. Het saldo van elke bankrekening kan iedereen voortdurend in de gaten houden door het handig bedachte systeempje van de wasknijpers op de doosrand. Staat er al geld op je rekening, dan krijg je zelfs af en toe een rente uitbetaald! Ten tweede moet je in elk van de vier verschillende winkeltjes iets gekocht hebben. Je bent nl. niet iemand die al zijn zakgeld zomaar opspaart. Neen, ook voor jou moet geld rollen. Daar je toch wel met die fiets in je achterhoofd zit, probeer je steeds de goedkopere dingen te kopen zodat je meer overhoudt. De prijzen van de verschillende goederen - evenals de ‘koopjesperiodes’ - hou je dus goed in de gaten. Om aan het nodige geld te geraken voer je zogezegd klusjes uit en krijg je af en toe wel iets. Met wat geluk vind je daarenboven soms wat geld op straat maar ‘voor hetzelfde geld’ verlies je het opnieuw...
Wie - en dit is de derde voorwaarde - als eerste alles wat nodig was, heeft verzameld én het vakje met de fiets heeft bereikt, wint het spel.
De auteurs hebben niet enkel zomaar een verzamelspel in elkaar willen knutselen. Ze hebben ook de achterliggende bedoeling gehad om het thema ‘zakgeld’ te verwerken. Sparen, verdienen, uitgeven zijn mooi verwerkt in het geheel. Hierdoor kan bij een spel waaraan zowel kinderen als ouders deelnemen een gesprek rond dit thema op gang komen. In bepaalde gezinnen heeft het hierdoor alleen al een meerwaarde.