Bron: Spellenlab
Wie op zoek is naar een functioneel spel voor kleuters vanaf 3 jaar rond het thema ‘tuin’, moet beslist dit spel eens uitproberen.
Elk kind beschikt over een eigen tuintje, een speelbord met 9 perkjes. In het midden van de tafel liggen 48 kaarten verdekt. 36 van deze kaarten stellen 12 soorten groenten voor (wortelen, uien, kropsalade,...). De overige 12 kaarten tonen onkruid, ongedierte en gieters.
Elk kind probeert als eerste zijn eigen tuintje vol te planten met drie keer drie gelijke soorten groenten. Wie aan de beurt komt, draait een willekeurige kaart uit het midden om. Draait men een groentenkaart om die men zelf nog niet bezit in zijn tuintje en die ook nog niet voorkomt in de tuintjes van de medespelers dan mag men deze groentenkaart in zijn eigen tuin planten. Op die manier ontstaat er geen concurrentie tussen de verschillende spelers. Er zijn immers genoeg soorten groenten in het spel opdat iedereen zijn eigen tuin kan vullen met drie verschillende soorten groenten.
Als er echter een ongediertekaart (bladluis, rups of naaktslak) wordt omgedraaid, dan moet de speler een reeds geplant kaartje terug in het midden plaatsen. Ongedierte vernietigt immers je aanplantingen. Wordt een onkruidkaart getrokken dan moet die in de eigen tuin geplaatst worden. Om dit onkruid te wieden, moet de speler bij zijn volgende beurt deze onkruidkaart terug in het midden plaatsen i.p.v. een nieuwe kaart om te draaien. Onkruid in je tuin betekent immers extra werk (dus een beurt uitzitten). Draait de speler één van de vier gieters om, dan heeft die geluk. Een gieter komt goed van pas in de tuin en zorgt er voor dat planten extra groeien. De speler mag twee extra kaarten omdraaien. De gieterkaart verdwijnt uit het spel, zodat slechts vier keer van deze functie kan geprofiteerd worden.
Wie als eerste een tuin volgeplant heeft met drie keer drie verschillende soorten groenten, wint het spel en mag zich de beste tuinman noemen.
Het basismechanisme steunt op een geheugenspel. De inhoud van de kaarten is zeer zorgvuldig gekozen: duidelijk herkenbare groenten; gieters, ongedierte en onkruid met een boodschap die bij jonge kleuters inzichtsbevorderend werkt. Ter ondersteuning worden de ongedierte- en onkruidkaarten voorzien van een rode of gele stip, zodat de instructiefase - waarbij de betekenis van de verschillende kaarten moet worden uitgelegd - goed kan ondersteund worden met een visueel symbool. Moet het gezegd worden dat kinderen dit spel heel graag spelen?