Bron: Spellenlab
Deze doos bevat 36 puzzelstukken die te maken hebben met de kalender: dagen van de week en de maand alsook de maanden in het jaar. Elke maandpuzzel bestaat uit twee delen: de naam van de maand (in het Frans) en een typische situatie voor die maand. Zo verwijzen de tekeningen bij de maand maart naar regen en het eerste ontwaken van de natuur. Bij de naam van de maand staat telkens een andere boom. Die zijn niet zomaar gekozen. Elke maand toont een typische boom of een boom in een typische gedaante. De laatste bladzijde van het spelregelboekje geeft ruim achtergrondinformatie.
Dit boekje suggereert terecht om de kinderen eerst vertrouwd te maken met de verschillende tekeningen op de puzzelstukken. Dat kan door vragen te stellen over wat ze zien waarbij steeds de link moet gelegd worden met de maand in het jaar of de dag van de week.
Dit spel kan makkelijk alleen gespeeld worden. De puzzelstukken worden dan gecombineerd tot één groot geheel.
Maar je kan het spel ook met meerdere spelers spelen. Er worden drie suggesties gedaan. De eerste is een dominospel. Eén puzzelstuk wordt open op tafel gelegd. Een eerste keer neem je het puzzelstuk linksboven, maar de volgende keer mag dat best een andere willekeurig puzzelstuk zijn. Elke speler krijgt vervolgens zes puzzeldelen. Wie aan de beurt komt, controleert of één van zijn puzzelstukken kan aangelegd worden. Zoniet moet hij een puzzelstuk van de reststapel nemen. De grote puzzel wordt hierdoor stukje bij stukje opgebouwd tot een geheel. Wie als eerst zonder puzzelstukken zit, wint deze variante.
Een tweede spelsuggestie is gebaseerd op het memory-principe. Nu worden enkel de 12 puzzels i.v.m. de maanden gebruikt. Elke maandpuzzel bestaat uit twee delen (klein en groot). Deze worden omgekeerd op tafel gelegd. De spelers proberen nu om beide delen van eenzelfde maand terug samen te stellen. Wie de meeste combinatie bezit, wint dit spel.
De derde suggestie veronderstelt de aanwezigheid van een volwassene (of oudere broer of zus). De 12 puzzelstukken met de maanden van het jaar worden open op tafel gelegd. De spelleider neemt de 12 bijbehorende grotere puzzeldelen bij zich. Hij neemt een willekeurig puzzelstuk en beschrijft wat hij erop ziet afgebeeld staan (er zorg voor dragende dat de anderen de tekening niet kunnen zien). De speler die de correcte maand aanduidt, mag de puzzel samenstellen en behouden. Wie de meeste combinaties verzamelt, wint het spel.
Dit spel probeert de kinderen inzicht te geven in het verloop van een jaar en slaagt daar ook goed in. De tekeningen zijn duidelijk en grappig. Een broertje en zusje doen steeds typische activiteiten die bij de maand behoren. In april schilderen ze b.v. een paasei en in september gaan ze ‘gezwind’ naar school. Indien je de Franstalige benaming van de maand overplakt in het Nederlands, kan je het spel perfect integreren in de klas.