Bron: Spellenlab
Reiner Knizia heeft met dit - eigenlijk vrij eenvoudige - kaartspel toch wel weer een mooi concept op de markt gebracht. Twee spelers bevelen a.h.w. elk een scala aan troepen (= gekleurde kaarten met een getalwaarde variërend tussen 1 en 10) die ze kunnen inzetten langs hun kant van de strijdlijn (= ‘battle line’). Op die lijn, de scheidingslijn tussen beide spelers, staan in het begin negen vlaggen (= pionnen) op een rij. Aan beide zijden van elke vlag is er plaats voor drie troepkaarten. Wie er de sterkste combinatie kan samenstellen, veroverd de bijbehorende vlag. Uiteindelijk wint de speler die als eerste ofwel drie naast elkaar staande ofwel vijf willekeurige vlaggen kan veroveren.
In het begin start elke speler met 7 willekeurige troepkaarten waarvan hij er elke beurt ééntje uitspeelt en bij een van de vlaggen legt. (De handvoorraad wordt steeds opnieuw aangevuld.) Het komt er op aan zo sterk mogelijke combinaties samen te stellen. Eenvoudig lijkt het, maar veel hangt daarbij af van je handvoorraad. Zodra ergens een tweede kaart wordt neergelegd, wordt je strategie (of beter gezegd ‘hoop’) al veel doorzichtiger. Knizia voorziet zo’n vijf verschillende troepencombinaties: sterkst is een trio van opeenvolgende kaarten binnen eenzelfde kleur. Daaronder komen in dalende volgorde van ‘sterkte’ een trio van gelijke getalwaarden, drie kaarten van eenzelfde kleur (er zijn 6 kleuren in het spel!) en drie opeenvolgende getalwaarden van wisselende kleur. De zwakste combinatie is een willekeurig verzameling van drie kaarten.
Zodra een van beide spelers drie kaarten heeft liggen, kan hij de bijbehorende vlag claimen als hij kan aantonen dat zijn tegenstander geen betere combinatieheeft of nog kan samenstellen. In het begin moet gewacht worden totdat ook de andere speler drie kaarten heeft gelegd. Na enkele rondes kan het bewijs zelfs al geleverd worden bij twee of soms zelfs slechts één kaart van de tegenpartij. Let wel: de bewijsvoering kan enkel steunen op de openliggende kaarten. Belangrijke kaarten in de eigen hand mogen niet als bewijs gebruikt worden.
Naast de 60 getalkaarten - overigens allemaal prima gelay-out - zijn nog 10 verschillende tactiekkaaten aanwezig die voor speciale bevelen of (on-)aangename effecten kunnen zorgen. Deze kunnen in de plaats van een troepkaart ingezet worden. Leuk is dat het verschil in aantal uitgespeelde tactiekkaarten nooit meer dan één kan bedragen. Wie er dus reeds één meer heeft uitgespeeld dan zijn tegenstander, moet wachten... (Bij het aanvullen van de handvoorraad kan een speler steeds kiezen welke soort hij verkiest.) Deze kaarten zorgen voor een aparte spankracht tijdens het duel. Voortdurend rekening houden met alle nog mogelijke gebeurtenissen is erg moeilijk om niet te zeggen onmogelijk. Anderzijds kan een gepaste tactiekkaart juist weer hoop geven of een ‘fout’ herstellen...
Spanning, geluk en bluf zijn belangrijke ingrediënten in dit spel waarbij je voortdurend alle combinatiemogelijkheden - aan beide zijden van de strijdlijn - moet uitpluizen om op het gepaste moment toe te slaan.
‘Battle Line’ is een knap spel met elementen van ‘Caesar en Cleopatra’ en ‘Lost Cities’. Het spelconcept past mooi bij het gekozen thema.
‘Schotten-Totten’ (Schmidt Spiele, 1999) is nagenoeg hetzelfde spel. Daar ‘ontbreken’ alleen de tactiekkaarten waardoor er een heel andere dimensie tevoorschijn komt. Wie deze doos koopt, kan beide spellen eens uitproberen!