Bron: Spellenlab
Elke speler heeft een schatkist (lijkt op een balkachtige dobbelsteen) en stopt daarin een voorwerp dat voor hem waardevol is. Je kan eventueel vooraf een thema afspreken of ook toelaten dat iemand zijn favoriete voorwerp op een papiertje schrijft (als het b.v. niet in die doos past).
Het speelbord wordt samengesteld uit een aantal kaarten die eilanden in een zee voorstellen. De grootouders kiezen de eilanden (thema’s) uit waarmee ze willen spelen en zoeken die kaarten uit. Op lievelingseilanden wordt b.v. geraden naar een lievelingskleur of -dier. Op het fantasie-eiland gaat het over ervaringen en dingen die we anders willen doen (wat als... stel dat...). Het waar of niet waar eiland confronteert je met bepaalde stellingen of meningen (mag een grootouder helpen met huiswerk maken?). Het eiland van lang geleden mag alleen bezocht worden door grootouders. Zij stellen er een vraag over lang geleden en beoordelen het antwoord. Alleen kleinkinderen mogen naar het toekomsteiland om er een vraag aan hun grootouders te stellen over voorwerpen van het heden en de toekomst. Het eiland van nu is dan weer de plaats waar enkel ouders mogen landen. De vragen daar zijn gebaseerd op situaties uit het verleden en het heden. En op het herinneringseiland mag iedereen een herinnering aan elkaar vertellen (wanneer was je eens heel bang).
Elk van deze eilanden bestaat uit een reeks van gekleurde kaartjes die samen geplaatst worden. Tussenin worden blauwe zee- en opdrachtkaartjes gelegd, zodat een speelveld van 10 op 10 vakjes ontstaat.
Het doel van het spel is het geheime voorwerp van de andere spelers te raden. Dit kan door een vraag over een eigenschap van dat voorwerp te stellen als je een opdracht goed uitgevoerd hebt. Pas als je een kaartje hebt van elk eiland mag je effectief naar het voorwerp zelf vragen.
Wie aan de beurt komt, rolt eerst eens zijn schatkist op een neutrale plaats (naast het speelvlak). Wanneer de kist 2 stippen toont, moet de speler zijn kist vanaf een rand van het speelbord 2 keer rollen (vandaar de titel van dit spel). Zo kom je op de verschillende gekleurde kaarten terecht. De blauwe kaarten stellen de zee met vissen voor. Daar moet soms een opdracht uitgevoerd worden. De andere kleuren stellen de hierboven beschreven eilanden voor. Komt een speler op zo’n eiland terecht, dan moet hij één eilandkaartjes nemen en de vraag oplossen. Als de speler de vraag juist oplost, mag hij het kaartje behouden en een vraag stellen aan iemand over zijn geheime schat. Bij een fout antwoord wordt het kaartje gewoon teruggeplaatst en mag de speler geen vraag stellen.
Zodra een speler van elk eiland een kaart heeft, mag hij éénmaal raden wat het geheim is van iedere medespeler. Lukt dit, dan wint hij het spel.
De vragen en opdrachten zitten goed in elkaar. Je leert elkaar echt wat beter kennen. Kinderen moeten b.v. zeggen wat ze zouden doen met een briefje van 200 EUR als ze dit op straat zouden vinden. Grootouders moeten dan eens nadenken of ze liever een ander beroep hadden uitgeoefend. Soms moet iemand vertellen over een situatie waarin hij heel moe was. En wie zou je eens willen zijn voor één dag?
Het feit dat je ook nog eens naar een voorwerp moet raden en dit uiteindelijk pas mag doen als je voldoende kaarten kon verzamelen, maakt dit spel ook nog eens spannend. Want tijdens het spel worden voortdurend detailvragen gesteld naar de eigenschappen van de verborgen schatten (kleur, grootte, duur of goedkoop,...).
Heerlijk informatief spel om jong en oud eens rond de tafel te krijgen!