Duit in het zakje 1998

Auteur:
Land van oorsprong:
Beschikbare talen:
Richtprijs:
€ 15
Bron:

Omschrijving

Bron: Spellenlab
Zakgeld is soms een punt van discussie in het gezin. Geven ouders te veel of te weinig? Er zijn geen algemene regels voor. Volgens mijn kinderen geven ouders steeds te weinig... Dat er dus binnen het gezin moet onderhandeld worden over zakgeld is normaal. Dit spel laat zowel ouders als kinderen toe om zich spelenderwijs in te leven in elkaars wereld, om zo tot betere afspraken te komen en dus een betere verstandhouding te hebben.
Het speelbord wordt met een bepaald aantal vierkante kaarten samengesteld (afhankelijk van het aantal spelers). De kleur van de kaarten bepaald het thema. Rood staat b.v. voor werken aan een goede sfeer thuis. Geel is werken voor school. Oranje is werken aan een goede sfeer bij vrienden en groen is bezig zijn met je vrije tijd. De blauwe kaarten zorgen er voor dat je geld krijgt of moet betalen. En een witte kaart betekent geluk of pech. Vooraleer het spel start, krijgt elke speler nog een aantal gekleurde opdrachtkaarten (waarbij de kleurcode overeenkomt met de code van de kaarten in het speelbord) en één blauwe opdrachtkaart (deze zegt hoeveel geld je moet sparen). Ik heb b.v. een gele, oranje en blauwe opdrachtkaart. Mijn doel is nu (staat op de rugzijde van die opdrachtkaarten) 3 oranje en 2 gele kaarten te verzamelen. Bovendien moet ik 150 EUR sparen. Dit betekent dat ik tijdens het spel mijn pion zoveel mogelijk naar oranje, gele en blauwe velden verplaats. Elke speler beschikt over meerdere pionnen die aan de rand van het speelvlak mogen ingebracht worden.
Wie aan de beurt komt, dobbelt en verdeelt het gegooide aantal ogen over één of meerdere eigen pionnen. Hij draait het kaartje om waarop één van zijn pionnen eindigt en leest het aan de anderen voor. Het kan nu gebeuren dat de speler zakgeld krijgt omdat hij b.v. de zolder heeft opgeruimd, maar het kan evengoed gebeuren dat de speler geld moet betalen omdat zijn fiets moet hersteld worden. Op de niet-blauwe kaarten staan twee teksten: eentje ‘als jongere’ en eentje ‘als ouder’. Nu wordt het interessant. Als vader of moeder op zo’n vakje eindigt, moet er gepraat worden. Op een geel kaartje wordt er b.v. gevraagd hoe de ouder reageert op een slechte toets van één van zijn kinderen. Je geeft als ouder een antwoord en de groep oordeelt of dit in werkelijkheid ook wel zo is. Is hun mening dezelfde dan mag je het kaartje behouden, zoniet moet je het terugplaatsen in het speelvlak.
Zo gaat het steeds maar verder. Elke speler probeert al dobbelend zijn pionnen te brengen naar die kaarten die hij moet verzamelen. Wie daar het eerst in slaagt, wint het spel.
Dit informatief spel moet het hebben van de situaties en discussies die ontstaan aan tafel. Ik herinner een partij met vier vaders aan tafel (eigenlijk niet het beoogde doelpubliek). Na een tijdje waren we aan het discussiëren en het vergelijken van de verschillende afspraken binnen onze gezinnen. Op die manier leerden we heel wat van elkaar over onderwerpen die normaal niet ter sprake komen tijdens zo’n speltestavond. Het spel functioneert dus. Wie op zoek is naar een eenvoudig en levendig spel voor het gezin, zal hier wat aan hebben. Vanzelfsprekend verdient dit spel ook zijn plaats binnen de school en/of de jeugdbeweging.
Dit spel is ontwikkeld door verschillende organisaties: het CMBV, het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en het onderzoekscentrum Kind en samenleving o.l.v. Jan Van Gils.
Aantal spelers 2-5 spelers
Speelduur 16' tot 45'
Leeftijdscategorie Vanaf 9 à 12j
Moeilijkheidsgraad eenvoudig
Duit in het zakje