Bron: Spellenlab
Een dubbelzijdig spelbord met rondom een racecircuit aangeduid met letters wordt in het midden van de tafel gelegd. Elke speler krijgt een pion die uit twee delen bestaat. Hij zet beide delen (voetstuk +pion) op elkaar aan de start. Elke speler krijgt ook een jokerkaart die hij later in het spel kan inzetten. De kaarten met omschrijvingen (2 niveaus: groen= eenvoudig / rood=moeilijk) worden op een verdekte stapel naast het bord gelegd naast de zandloper en de cover voor de zandloper. De startspeler neemt een kaart en leest het thema luidop. De speler links van hem is de tijdhoeder en draait de zandloper om en bedekt hem. De startspeler moet nu woorden benoemen die bij het thema passen van de kaart. Daarvoor moet hij de letters op het spelbord gebruiken die in het vakje net voor of naast hem staan. Lukt dat, dan mag de pion (zonder onderstuk) een stapje vooruit. Wanneer de speler denkt dat de tijd bijna op is, roept hij stop. De tijdhoeder onthult de zandloper. Wanneer die nog loopt, is deze ronde geldig. Het onderstuk van de pion mag nu vooruit geplaatst worden. Lukte het niet binnen de tijd, dan wordt de pion op de plaats van het voetstuk gezet.
Wie als eerst de finishlijn bereikt, wint het spel.
Leuk spelmechanisme. Het inschatten van de tijd is niet zo eenvoudig. Dit oefen je best eens op voorhand.