Bron: Spellenlab
Het spelprincipe is bekend: twee of meer teams beschrijven elkaar woorden van plaatsen of dingen.
Op tafel ligt een speelbord met een start-doel-parcours bestaande uit verschillend gekleurde vakjes. Het team aan de beurt gooit een dobbelsteen (die enkel 0 of 1 bevat) maar verplaatst zijn pion nog niet. Het kleur van het vakje waarop de pion op dat ogenblik staat, bepaalt welke zijde van de kaart de vijf woorden toont die binnen de 30 seconden door de eigen teamleden moeten geraden worden. Een ander team fungeert hierbij als jury en beheert de zandloper. Vanzelfsprekend mag de beschrijver aan beurt geen enkel woord op zijn opdrachtkaart uitspreken of 'klinkt als...' of 'rijmt op...'-tactieken gebruiken. Hij mag wel zingen, uitbeelden of synoniemen beschrijven.
Na 30 seconden eindigt de speelbeurt en worden punten gegeven. Indien de dobbelsteen b.v. op '1' stond en het team kon 3 woorden correct raden, dan scoort het team 3-1= 2 punten en mogen ze hun pion twee vakjes richting 'einde' opschuiven. Je scoort dus voor elk goed antwoord dat je meer hebt dan de dobbelsteenworp.
Het team dat als eerste de finish bereikt, wint het spel.
Het speelbord is sober getekend en toont afwisselend groene en oranje vakjes (die verwijzen naar de zijde van de opdrachtkaarten). De kaartjes zelf mochten iets beter van kwaliteit zijn. Ze zullen te vlug plooien. Op redelijk veel kaarten komen typisch Hollandse begrippen voor: Scheveningen, de Apenheul, Pinkeltje, Groep 7 en nog van dat fraais.
In de vorige editie van dit spel toonde de dobbelsteen 0-1-2. Nu slechts een 0 of 1, waardoor je de helft kans hebt dat je één woord minder scoort dan je team geraden heeft.
Een leuk tussendoortje, dat vooral met grotere groepen bekoort. Spreek wel met elkaar af dat die kaarten met typisch Hollandse situaties vervangen mogen worden.