Balance 1999

De doos bevat drie halve houten bollen in drie verschillende kleuren en 28 houten schijven om op die - wankelende - bollen te stapelen.
Elke speler krijgt 7 schijven en de drie halve bollen worden met zo’n 20 cm onderlinge afstand op tafel geplaatst.
Iedereen probeert nu in de loop van het spel zijn houten stenen op de wankelende halve bollen te stapelen zonder dat er een toren instort. Wie als eerste al zijn 7 stenen is kwijtgeraakt, wint het spel.
Wie aan de beurt komt, gooit de kleurendobbelsteen. Vervolgens moet de speler een schijf stapelen op de halve bol waarvan het kleur overeenkomt met de dobbelsteenzijde. De eerste steen moet mooi in het midden staan. De volgende stenen mogen naar eigen inzicht tot een toren gebouwd worden.
Als een toren invalt, moet de speler die hiervoor verantwoordelijk is, alle gevallen stenen aan zijn eigen voorraad toevoegen.
Het idee is goed. Maar het materiaal is toch wel iets te klein uitgevallen. De halve bollen hebben een diameter van 36mm en de schijven meten 15mm in doorsnede. Als iedereen gedisciplineerd aan tafel zit (en plechtig belooft die tafel niet aan te raken) lukt het nog. In klasverband zal je echter heel veel moeten tussenkomen.