Bron: Spellenlab
Het speelbord toont een klein dorp met straten, kruispunten, huizen, winkels en andere bekende gebouwen die in elk dorp voorkomen. De spelers krijgen elk een fiets en plaatsen die op een veld naar keuze. Iedereen krijgt 5 EUR startgeld. De agent wordt eveneens op een welbepaald vakje geplaatst.
Drie opdrachtkaarten worden open naast het speelbord gelegd. Deze vertellen telkens waar je fietser naar toe moet en waar hij vervolgens heen moet.
Wie aan de beurt komt, dobbelt en verplaatst zijn fiets richting ophaalplaatsen op de opdrachtkaarten. Zo moet je b.v. proberen zo vlug mogelijk bij het postkantoor te komen. Wie als eerste bij dat postkantoor komt, mag de betreffend opdrachtkaart nemen en voor zich neerleggen. Deze opdrachtkaart vertelt je onderaan waar je nu heen moet met dat pakje dat je in het postkantoor opgehaald hebt. Kom je wat later in het spel bij de speelgoedwinkel, dan ontvang je 7 EUR.
De spelers mogen maximaal twee opdrachtkaarten tegelijk voor zich neerliggen hebben. Daardoor kan je wat plannen om onderweg naar daar even links af te slaan om zo een tweede opdrachtkaart te kunnen ophalen. Hoe meer opdrachten je kan vervullen, hoe meer zakgeld je verdient. Wie als eerste 20 EUR verdient, wint het spel.
Maar het belangrijkste spelelement moeten we nog verklappen: de kruispunten! Links en rechts onder het speelbord zitten twee grote draaischijven met daarop 2 keer 12 andere situaties van kruispunten. Door gaten in het speelbord duiken die illustraties op. Op die manier ontstaat een variabel speelbord met 24 verschillende kruispunten waarvan er steeds in totaal 7 zichtbaar zijn.
Elke fietser mag een kruispunt oversteken als hij vanuit de richting waaruit hij komt effectief voorrang heeft. Wie b.v. een '5' dobbelt en twee vakjes verwijderd is van een kruispunt, moet na twee verplaatsingen even wachten, controleren of zijn fiets voorrang heeft en dan pas doorrijden. Wie het kruispunt oprijdt tegen de verkeersregels in moet meteen naar het ziekenhuis en een opdrachtkaart inleveren. Heeft je fiets voorrang dan vervolg je gewoon je weg.
Wie niet door mag, moet blijven staan en draait de schijf bij zijn volgende beurt één positie verder. Of je dan weer moet kijken of je door mag of niet wordt helaas niet vermeld. het kan dus gebeuren dat een speler gewoon een slechte straat uitgekozen heeft om een bepaald kruispunt te benaderen.
Het is niet realistisch dat kinderen alle verkeerssituaties op alle 24 kruispunten kennen. Jumbo lost dit op door in het spelregelboekje elk kruispunt uitvoerig toe te lichten met commentaar waarom de fiets vanuit elke mogelijke richting wel of niet voorrang heeft. Didactisch prima werk. Maar dit is dan ook meteen de zwakte van dit spel. Voor thuis bevelen we dit spel niet aan. Ik denk niet dat kinderen er naar uitkijken om straks in het weekend met vriendjes of ouders een potje te discussiëren over verkeerssituaties.