Bron: Spellenlab
Fréderic Moyersoen kon geen betere titel voor dit sfeervolle kaartspel bedenken: Saboteur. En hoe!
Veronderstel dat je met 8 spelers rond de tafel zit. Dan worden vooraf 3 Saboteurs- en 6 Goudzoekerskaarten geselecteerd (dus eentje meer dan het aantal spelers). Iedereen krijgt in het geheim een rol. Ofwel ben je dus Saboteur ofwel ben je een simpele Goudzoeker. Het kan zijn dat er twee of drie Saboteurs tussen de spelers zit. Dat zal je wel tijdens het spel ontdekken...
De Goudzoekers proberen een gang in het onderaardse doolhof te vormen tussen de startkaart en de drie doelkaarten. Eén van de drie doelkaarten bevat een goudklomp, de ander twee slechts steenbrokken. Waar de goudklomp zit, weet je pas als er een gang aangesloten wordt op de doelkaart. De gangen worden via kaarten gevormd. Elke speler kreeg bij aanvang van het spel 4 tot 6 handkaarten (afhankelijk van het aantal deelnemers).
Bij zijn beurt speelt de speler een kaart uit en krijgt er eentje opnieuw bij van de voorraadstapel. Als de speler een kaart met een gang speelt, dan puzzelt hij die zo aan de reeds bestaande doolhof dat minstens één gang kan doorlopen. Als de speler een Goudzoeker is, zal hij proberen om zo vlug mogelijk een weg te vormen richting doelkaarten. Maar als de speler een Saboteur is, zal hij de meest verschrikkelijke verbindingen maken weg van de doelkaarten of zelf lussen die niet meer kunnen worden doorbroken.
De Saboteurs hebben wel een probleem: als ze te vroeg duidelijk maken dat ze de gangen verstoren, kunnen ze op hun beurt wel eens door medespelers gesaboteerd worden! Dat gaat als volgt: tussen de kaarten zitten ook actiekaarten waarmee een speler iemand kan beletten nog gangkaarten te spelen (een systeem dat we een beetje kennen van 1000 km). Enkel als de betroffen speler een oplossingskaart voor het probleem kan spelen (of ontvangt van een vriendelijke medespeler), kan hij weer gangen bouwen (of discreet tegenhouden).
Tussen de actiekaarten zitten nog twee andere speciale gevallen: een instortkaart en een spionagekaart. Met de instortkaart kan een reeds eerder geplaatste kaart uit de doolhof verwijderd worden zodat de vrijgekomen plaats weer later met een andere kaart kan opgevuld worden (door een Goudzoeker of een Saboteur...). De spionagekaart laat je toe om even één van de drie verdekte doelkaarten discreet te bekijken zodat je te weten komt waar het felbegeerd goud ligt.
Een speler mag ook passen en een kaart naar keuze verdekt op de aflegstapel leggen. Dit moet verdekt gebeuren omdat een Saboteur liefst een goede gangkaart weggooit en een Goudzoeker liefst een actiekaart die hij niet meer nodig denkt te hebben.
Wanneer een speler een gangkaart plaatst die aan een doelkaart grenst, wordt de doelkaart omgedraaid en stijgt de spanning bij de Goudzoekers. Als immers het goud zichtbaar wordt, krijgen alle Goudzoekers goudstukken. De speler die de verbinding gerealiseerd heeft, krijgt meestal een beetje meer goudstukken dan de andere (zodat er toch nog sprake is van enige rivaliteit tussen de anders zo brave Goudzoekers...).
Maar als iedereen alle handkaarten heeft uitgespeeld en er is nog steeds geen gang naar het goud gegraven, winnen de Saboteurs goudstukken.
Dit spel wordt een drietal partijen na elkaar herhaald om de uiteindelijke winnaar te bepalen.
Saboteur speel je best met veel spelers. Onze eerste testronde bestond uit drie spelers waarvan er zelfs niemand Saboteur was. Je voelde wel aan dat er een zekere spanning in het spelverloop zat. Bij een spelavond in onze club zaten we met tien rond de tafel. Niemand vergeet nog dat moment dat één van onze spelers een gangkaart speelt aan een doelkaart, de doelkaart rustig omdraait, goud ziet blinken en dan vertwijfeld zegt "ik heb waarschijnlijk niet goed gespeeld, want ik ben Saboteur...".
Wie de sfeer kent bij de Grote Dalmuti of bij 6 Neemt (6 Nimmt, Take 5), zal met dit kaartspel beslist even veel plezier beleven. Je leert het snel aan, jong en oud kan samen spelen, je leert elkaar kennen en je voelt de spanning opbouwen tijdens het spel als iedereen commentaar begint te geven op elkaar. Dit doosje zit steeds in onze bakken die we voor onze eigen spelavonden vullen.