Bron: Spellenlab
Dit taalspelletje brengt veel meer met zich mee dan op het eerste zicht lijkt. Er bestaan al heel wat dobbelspellen waarbij letters gecombineerd worden tot woorden, waar letters gedobbeld worden of waar je woorden in een raster zoekt. Dit spel is anders.
Bij elke dobbelbeurt komt een nieuwe letter bij in het rooster. Dit gebeurt door met 5 dobbelstenen te dobbelen. Elke dobbelsteen heeft een andere kleur en bevat ook andere letters. Zo is er een klinkerdobbelsteen en hebben de andere medeklinkers. Eén dobbelsteen heeft een vraagteken op 1 zijde (waardoor je soms een letter mag kiezen). De zwarte dobbelsteen duidt aan welke 2 dobbelstenen aan zet zijn.
Uit deze dobbelstenen kiezen de spelers een letter: er is dus telkens keuze tussen 2 verschillende letters. Spelers moeten bij elke dobbelbeurt twee keuzes maken: welke letter kiezen ze? (welke letter is bruikbaar?) Waar plaatsen ze de letter in het rooster? (om uiteindelijk lange woorden te vormen).
Na 25 dobbelbeurten staat het rooster vol en zoeken de spelers de langste woorden in elke rij en kolom. Hiervoor tellen ze de punten op. Een woord van 2 letters is 2 punten waard, 3 letters geven 3 punten, 4 letters geven 5 punten en met 5 letters scoor je 10 punten. De speler die uiteindelijk de meeste punten behaalt, is de eindwinnaar van het spel.
Het materiaal werd heel basic gehouden: een notitieboekje met 4 potloodjes en 5 dobbelstenen. Toch werd hier een redelijk grote doos gekozen. Jammer, dit zou een perfect reisspelletje zijn, mocht het iets compacter zijn.
Contactscholen: Dit spel viel vooral in de smaak in het zesde leerjaar.