Bron: Spellenlab
In de doos zit een klein sprookjesboekje met 10 bladzijden met tekeningen. Er zijn ook 100 kaarten verdeeld over 10 categorieën. Deze kaarten worden verdekt per soort gelegd.
Er wordt een blad uit het boek uitgekozen.
Daarop staat een symbool. Die symbolen wijzen één van de categorieën aan van de kaarten. De bovenste kaart hiervan wordt omgedraaid en de kinderen zoeken zo snel mogelijk het verschil tussen de prent in het boek en de prent op de kaart. Wie het vindt, legt zijn hand op de kaart en vertelt wat het verschil is. Daarna wordt gecontroleerd. Juist, dan krijgt de speler een dwerg.
Een eenvoudig spel. Er wordt telkens maar één verschil gezocht en dat is eigenlijk weinig. Er mocht eigenlijk een extra moeilijkheid in het spel zitten.