Bron: Spellenlab
Nadat je een dikke batterij in het vakje stopt, kunnen de insecten beginnen springen. Het grote speelveld bevat een twintigtal gaten waarin kevers, vlinders en kikkers gestoken worden (plastic figuren met een grote pin onderaan). Elke speler krijgt een groot plastic schepnet.
De schakelaar wordt op ‘aan’ gezet en de motor begint te werken. De beestjes springen elk op hun beurt uit het gat en elke speler probeert die beesten te vangen die dezelfde kleur hebben als hun schepnet. Wie zo de meeste kan vangen, wint het spel.
De kleuren zijn afschuwelijk. De schepnetten zijn veel te hard, want als je toch een dier kan opvangen, wipt die er meestal meteen weer uit. Dat een firma hierbij een startleeftijd van 3 jaar op de doos durft te vermelden is je reinste bedrog. Zelfs volwassenen slagen er praktisch niet in om beestjes te vangen (toch niet met dit spel...). De motor draait bovendien zeer onregelmatig. Neen, laat deze doos a.u.b. liggen.